Sinds de oprichting van KASKO (voorheen Kameroperahuis) in 2007 hebben wij getalenteerde muziektheatermakers aan ons verbonden. Onze oud-makers vertegenwoordigen verschillende disciplines: van tekstschrijvers, componisten en regisseurs tot musici en vormgevers. Ze hebben hun vakmanschap en kunstenaarschap ontwikkeld, kunnen artistieke ideeën overbrengen op collega’s en werk maken dat communiceert met verschillende doelgroepen.
Anna Maria Versloot schrijft voor muziektheater, opera en film. Al tijdens haar opleiding Writing for Performance aan de HKU specialiseert ze zich in deze schrijfdisciplines. Als freelance onderzoeker is ze verbonden aan het Lectoraat Theatrale Maakprocessen waarvoor ze diverse publicaties schreef over muziektheater, opera en interdisciplinaire maakprocessen. Zowel in haar muziektheaterteksten als in haar publicaties is ze op zoek naar balans en nieuwe verbindingen tussen tekst en muziek. In 2010 ontving Anna Maria tijdens de uitreiking van het Charlotte Köhler Stipendium voor toneelschrijvers een eervolle vermelding. Begin 2013 ontving ze een Werkbeurs Theatertekst van het Fonds Podiumkunsten voor een nieuw te schrijven tekst. Sinds seizoen 15/16 is Anna Maria ook als regisseur werkzaam.
Bij KASKO werkte Anna Maria van 2013 t/m 2017 mee aan o.a. Being Arthur, Fauré Requiem en Before I Die.
Anne-Maartje Lemereis (1989) schreef haar eerste liedje toen ze vier jaar oud was en is er daarna nooit meer mee opgehouden. Op haar 11e speelde ze samen met het Nederlands Blazers Ensemble haar eigen compositie ‘Boris’ in het Concertgebouw in Amsterdam tijdens het Nieuwjaarsconcert. Hoewel ze aanvankelijk naar het conservatorium ging om klassiek piano te studeren, maakte ze al gauw de overstap naar het hoofdvak compositie. Ze voelde zich er als een vis in het water. Anne-Maartje behaalde een Bachelor- en Masterdiploma in compositie en schreef sinds haar afstuderen o.a. voor pianist Marcel Worms, het Nederlands Silent Film Festival, Podium Witteman, Wonderfeel en het Amsterdams Bach Consort.
Anne-Maartje heeft een grote voorliefde taal en muziek en schrijft graag en veel voor zang. Opera en muziektheater zijn haar dan ook op het lijf geschreven. Momenteel onderzoekt ze met regisseur Kenza Koutchoukali de mogelijkheden van deze genres.
Anne-Minke Meijer studeerde in 2008 af aan ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten te Zwolle, met de voorstelling 'Gebr.', haar bewerking van het boek van Ted van Lieshout. Het werd een voorstelling over miscommunicatie en menselijk onvermogen in de eeuwige zoektocht naar geluk. Dit zijn thema’s die steeds weer terugkeren in het werk van Anne-Minke als theatermaker. Naast regisseur is Anne-Minke werkzaam als docent theater en productieleider.
Bij KASKO (voorheen) Kameroperahuis vond ze de plek om dit allemaal naast elkaar te doen. Ze werkte tussen 2015 en 2018 mee aan o.a. Ik Vertrek, Bake That Awesome Pie en Een Kersentuin.
Annemarie Slotboom studeerde in 2003 af aan de opleiding ‘Writing for Performance’ aan de HKU. Sindsdien heeft zij onafgebroken voor het theater geschreven, onder andere voor Giselle Vegter, Ernst Braches en Oostpool. Haar werk is vaak tragikomisch en beschrijft een wereld waarin personages proberen controle te krijgen over hun eigen driften en over de schijnbaar absurde wereld die hen omringt. Bij KASKO (voorheen Kameroperahuis) schreef ze in 2013 en 2014 o.a. De Poolse Minnaar en Leonore’s Fidelio.
Antonis Pratsinakis is geboren in Griekenland en woont sinds 2004 in Nederland. Hij voltooide zijn bachelor en master studie aan het Conservatorium van Amsterdam en volgde een aantal masterclasses en workshops. Antonis speelt graag klassiek repertoire als solist, kamer- of orkestmusicus. Daarnaast speelt hij veel hedendaagse muziek en doet regelmatig mee aan muziektheaterproducties. Het is zijn passie om zijn talenten met anderen te delen. Bij KASKO (voorheen Kameroperahuis) kon hij zijn kijk op muziek verrijken, dankzij de samenwerking met mensen met uiteenlopende achtergronden.
Antonis was van 2013 t/m 2017 als cellist verbonden aan KASKO, waar hij meespeelde in o.a. De Poolse Minnaar, Ik Vertrek en Being Arthur.
Barbara Merlijn studeerde, na een opleiding verpleegkunde, dwarsfluit aan het ArtEZ Conservatorium Zwolle en behaalde haar master aan het Conservatorium van Amsterdam. Barbara wil samen met musici en andere disciplines voorstellingen maken om mensen op een eigen en persoonlijke manier muziek(theater) aan te bieden. KASKO (voorheen Kameroperahuis) bood haar, met een bonte verzameling aan mensen met uiteenlopende en bijzondere talenten, de mogelijkheid om nieuwe verbindingen te maken, samenwerkingen aan te gaan en haar muzikaliteit op meerdere fronten in te zetten.
Barbara was van 2013 t/m 2015 betrokken bij KASKO, en speelde o.a. mee in Romeo & Julia volgens de bode.
Bauwien van der Meer heeft zich als sopraan de laatste jaren vooral bezig gehouden met moderne/hedendaagse opera en muziektheater. De combinatie van acteren en zingen, de magie van het theater en het contact dat daardoor met mensen ontstaat, vindt zij geweldig.
Bij KASKO (voorheen Kameroperahuis) speelde Bauwien tussen 2014 en 2017 in o.a. Being Arthur en Ik Vertrek.
Calle de Hoog studeerde af aan de opleiding Scenografie aan de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten. Calle ontwerpt beelden met grote gebaren, waar het publiek midden in zit en waarbij de fantasie wordt geprikkeld. Ze ontwerpt graag voor muziektheater, omdat het publiek door muziek vrij kan associëren. Daarnaast houdt ze van werken op locatie, omdat de onvoorspelbaarheid van de omgeving zorgt voor zowel extra uitdagingen als nieuwe mogelijkheden.
Céline Hoex (1991) studeerde in 2016 af aan de regieopleiding van de Toneelacademie Maastricht met twee muzikale jeugdtheatervoorstellingen: Je bent zelf een Reuzenperzik en Oude mensen weten niks van oorlog. Deze laatste voorstelling werd gespeeld in Theater de Krakeling en gaat over de vraag hoe een kind zich verhoudt tot een tragedie. Na de regieopleiding volgde Céline nog de opleiding tot theaterdocent. Inmiddels is ze op veel verschillende plekken werkzaam. Zo maakte ze in 2018 bij KASKO de met vier sterren bekroonde locatievoorstelling De klok en het meisje. De voorstelling vormde onderdeel van het grootschalige project Under de Toer, onderdeel van het hoofdprogramma van Leeuwarden-Fryslân Culturele Hoofdstad van Europa. Daarnaast maakte ze de schoolvoorstelling Storm in mijn hoofd – die zeer lovend werd ontvangen door de Theaterkrant - en deed ze de co-regie bij Welstaat. Verder stond haar voorstelling Cyrano & Ik op Noorderzon Performing Arts festival en maakte ze bij Garage TDI Assen met jongeren een voorstelling in een rechtbank.
Voor Céline is het theater een plek waar er ruimte is om de soms onbegrijpelijke werkelijkheid opnieuw te kunnen bekijken. Dit doet ze door te spelen met twee realiteiten. De theatrale realiteit en de werkelijkheid van het hier en nu. Céline neemt het publiek mee via het verstand, om vervolgens via een beeldende theatraliteit de gevoelswereld in te duiken. In deze vorm vindt Céline een speelsheid die voor haar de kracht van het theater zichtbaar maakt. Ze werkt graag met een cast die zowel uit amateurs als professionals bestaat. Door haar beeldende en speelse manier van werken verdwijnt het onderscheid tussen die twee. Haar voorstellingen hebben humor, bieden troost en kenmerken zich door een sterke beeldtaal, muzikaliteit en een licht filosofische inslag.
Céline was van 2017 t/m 2021 verbonden aan KASKO, waar ze meewerkte aan o.a. Welstaat, De klok en het meisje, Storm in mijn hoofd, Requiem voor de IJsselcentrale en De Kringlopera.
Doriene Marselje studeerde van jongs af aan bij Erika Waardenburg aan het Conservatorium van Amsterdam. Ze zette haar studie later voort bij Ernestine Stoop aan het Koninklijk Conservatorium te Den Haag, waar zij in mei 2014 haar masterdiploma behaalde. Tegenwoordig treedt Doriene op als solist, speelt zij in diverse ensembles en valt regelmatig in bij het RCO Camerata met musici van Het Koninklijk Concertgebouworkest. Daarnaast geeft ze harp- en muziekworkshops voor kinderen van 5 tot 21 jaar.
Doriene was van 2013 t/m 2019 als maker betrokken bij KASKO (voorheen Kameroperahuis), waar ze o.a. meewerkte aan Ik Vertrek, Before I Die en Welstaat.
Dymph Boss (Utrecht, 1988) behaalde in 2011 de Bachelor of Theatre in Theatre Design aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht. Sindsdien is ze werkzaam als decor- en kostuumontwerper bij verschillende theater, opera- en muziektheatergezelschappen. Zo was Dymph als scenograaf werkzaam voor o.a. Het Nationale Theater, George&Eran Producties, Opera2Day en Toneelgroep Oostpool en waren haar kostuums te zien in voorstellingen bij o.a. Schauspiel Frankfurt, Theater Utrecht en Het Filiaal. Tevens werkt Dymph regelmatig samen met regisseur Daria Bukvić (o.a. voor de voorstellingen Nobody Home en Othello).
Bij KASKO richtte Dymph zich tussen 2014 en 2017 op kostuumontwerp. Ze werkte o.a. mee aan De Poolse Minnaar, Being Arthur en Before I die.
Naast haar werk binnen de theaterzaal, is Dymph regelmatig betrokken bij voorstellingen op locatie en community projecten. Ze ontwierp decors en kostuums bij Zina Platform/Adelheid Roosen voor o.a. ‘de Wijksafari’ en maakte ze het toneelbeeld voor de installatie ‘Omdat jij mij ten diepste aangaat’.
Eleftheria Lavdaki komt oorspronkelijk uit Griekenland en studeerde in 2016 af aan de opleiding Fashion Design van ArtEZ, Arnhem. Meteen na haar afstuderen is ze de kostuumontwerp wereld ingedoken omdat ze veel dingen in de modewereld mistte. De samenwerking tussen verschillende disciplines vindt ze fascinerend en in de wereld van (muziek)theater heeft ze dat gevonden.
Na een stage bij Toneelgroep Amsterdam (nu Internationaal Theater Amsterdam) bij de productie De Dingen die Voorbijgaan in regie van Ivo van Hove in augustus 2016, werd Eleftheria aangesteld als assistent kostuumontwerper bij verschillende grote producties van ITA en Theater Utrecht. Onder anderen bij De Meiden van Jean Genet (regie Katie Mitchell), Hedda Gabler van Henrik Ibsen (regie Thibaud Delpeut), Obsession van Visconti (regie Ivo van Hove), Oedipus (regie Robert Icke), De vallende Man (regie Julien Gosselin) en Freud (regie Ivo van Hove). Daarnaast heeft ze de kostuums en het decor ontworpen voor de jonge maker Milou Peters die in juni 2017 afstudeerde met de muziektheater voorstelling Sehnsucht. Ze heeft ook met plezier gewerkt in de film, met haar debuut als kostuumontwerpster/styliste voor Aardbei, een korte film van Leendert Roosenbrand.
Eleftheria heeft bij KASKO van 2017 t/m 2021 voor verschillende producties de kostuums ontworpen, zo werkte mee aan o.a. Een Kersentuin, Welstaat, Requiem voor de IJsselcentrale, De Berg van de Angst en De Kringlopera. Door haar werk voor KASKO is Eleftheria in contact gekomen met verschillende middelbare scholen als gastdocent mode & kostuum, en geeft ze workshops aan scholieren waarmee ze uiteindelijk samen naar een eindpresentatie werken.
Eva Traa studeerde viool bij Lex Korff de Gidts en Peter Brunt aan het Conservatorium van Amsterdam en literatuurwetenschappen aan University College Utrecht, waar ze cum laude afstudeerde. Als klassiek violiste koestert ze de traditie waaruit ze voortkomt en remplaçeert ze in o.a. het Nederlands Philharmonisch Orkest, het Rotterdams Philharmonisch Orkest en het Residentie Orkest. Daarnaast maakt ze als speler en organisator deel uit van het muzikale rebellencollectief Pynarello, waarmee ze onder meer in januari 2019 op tournee ging naar Indonesië.
Vanuit een grote behoefte om haar creativiteit ook op een andere manier vorm te geven is Eva als performer en maker verbonden aan KASKO. Daar legt ze ook af en toe haar viool weg en doet ze alles wat op een regulier concertpodium niet mag. Tussen 2017 en 2021 speelde Eva mee in o.a. Een Kersentuin en This is (not) a fairy tale.
Naast haar uitvoerende werkzaamheden geeft Eva in haar woonplaats Amsterdam les aan een kleine groep gemotiveerde jonge violisten. Eva heeft een C.A. Miremont viool uit de collectie van het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds in bruikleen, en een stok aangekocht met steun van Stichting Eigen Muziekinstrument.
Fanny Alofs is zowel jazz als klassiek zangeres en loopt op de vloer over van de energie. Ze is gek op muziektheater en speelde honderden voorstellingen bij o.a De Nationale Opera, de Rotterdamse Operadagen, Silbersee, Theater Sonnevanck, Muziektheater Transparant en de Veenfabriek. Zelf maakt ze kleinschalige soloprogramma’s met theaterliederen en/of experimentele performances.
Bij KASKO (voorheen Kameroperahuis) werkte ze in 2014 en 2015 mee aan o.a. It Takes Four en 48-uurs Opera.
Jorien Zeevaart is cum laude afgestudeerd aan het Rotterdams conservatorium Codarts. Tijdens haar opleiding behaalde zij als chansonnière de eerste prijs bij het Concours de la Chanson, Alliance Française. Sindsdien zijn haar werkzaamheden als zangeres en actrice divers: zo heeft zij gespeeld bij gezelschappen als Theater RAST, Orkest de Ereprijs, ALBA en Bonheur alsmede Joop van den Ende Theaterproducties en Musical van Vlaanderen. Jorien’s grote voorliefde voor jazzrepertoire komt tot uiting in haar samenwerking met The Koos Mark Big Band en haar eigen jazzcombo. Daarnaast doceert zij aan het Rotterdams conservatorium Codarts en is ze werkzaam als stemactrice bij Wim Pel Productions.
Jorien was van 2013 t/m 2017 betrokken bij KASKO (voorheen Kameroperahuis) als zangeres en actrice, waar ze o.a. meewerkte aan Being Arthur, Ik Vertrek en Bake that awesome pie. In 2018 vertolkte ze één van de hoofdrollen in Welstaat.
Karin Netten is sinds 2019 directeur bij KASKO (voorheen Kameroperahuis). Daarvoor was ze regisseur en later ook artistiek coördinator. Ze is afgestudeerd aan de Regie Opleiding van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten. Daarvoor volgde ze de opleiding Docent Drama aan de NHL Hogeschool. Haar doel is om, samen met talentvolle generatiegenoten, het genre muziektheater en opera verder te ontwikkelen en vorm te geven. Karin wil ontroerende, tragikomische muziektheatervoorstellingen maken, waarin ieders talent tot bloei komt en waarmee ze een breed publiek enthousiasmeert en kennis laat maken met deze prachtige kunstvorm.
Kenza Koutchoukali (1988) studeerde aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht toen zij opdracht kreeg van de educatieafdeling van De Nationale Opera (DNO) om een bewerking te maken met en voor jongeren van Brittens Billy Budd. Vanaf dat moment lag haar focus op opera. Na haar eerste hedendaagse opera All Rise! van Jan-Peter de Graaff, volgde zij bij DNO een tweejarig talenttraject. Vlak daarna werd Kenza regisseur bij KASKO en maakte zij met Anne-Maartje Lemereis de liedcyclus This is (not) a fairy tale. In 2020 regisseerde zij bij Opera Zuid de online operaserie Bonsai Garden en de kindervoorstelling Goud! In 2021 maakt ze haar regiedebuut bij De Nationale Opera met de familievoorstelling Anansi! en slaat ze wederom de handen in een met Jan-Peter de Graaff voor het monodrama Parallax, uitgevoerd door Katrien Baerts en Het Collectief. In haar regie zoekt Kenza naar The Fantastic Dimension of reality: woorden die ze zelf had willen bedenken, maar las in een boek van fotograaf Jean-Claude Gautrand.
Tussen 2019 en 2021 werkte Kenza bij KASKO o.a. mee aan This is (not) a fairy tale en SPRUIT.
Toen Laurien 10 jaar oud was werden haar ouders gek van alle, vaak geïmproviseerde, optredentjes in de woonkamer die ze moesten bijwonen en besloten ze dat Laurien een ander publiek moest gaan zoeken. In het kleine Brabantse dorp waar ze woonde was de enige creatieve uitlaatklep het kinderkerkkoor dus daar ging ze bij. Dat ze als enige steeds moest blijven zitten als haar vriendinnetjes een hostie bij de pastoor gingen halen, liet haar koud, ze hield van de muziek en vooral van het vertellen van de mooie verhaaltjes die hierin zaten. Haar dirigent zei toen: “Laurien speelt de liedjes.”
Laurien studeerde in 2016 af aan de toneelschool in Arnhem. In haar derde leerjaar schreef ze, op een avond vol ambitie en een tikkeltje hoogmoed, een manifest over hoe ze als afstuderende performer gezien wilde worden. Veel punten daaruit zijn inmiddels gesneuveld maar eentje is nog steeds van toepassing op haar werk:
“In elke tekst, in elke beweging, in elk lied, in elk schilderij of beeld, in welke kunstvorm dan ook zit muzikaliteit. Ik zal hier naar op zoek gaan, dit onderzoeken, dit ombuigen of terug halen naar zijn oorsprong. Ik zal hierin geen genoegen nemen met het al bekende maar mezelf uitdagen en altijd nieuwe dingen uit proberen.”
Laurien ziet schoonheid in de imperfectie van de dingen, in de pogende mens, in dingen die niet lijken te passen maar dan toch samen komen, in contrasten. In hip-hoppende sprookjesprinsessen, in hoogbejaarde flamenco danseressen, in huilende politici en in de laatste scene van de film Sister Act waarin het voorheen amateuristische kloosterkoor onder leiding van zuster Mary Clarence boven zichzelf uitstijgt.
Laurien speelde in o.a. producties van Toneelgroep Oostpool, De Toneelschuur, Maas Theater en Dans en Theater Sonnevanck.
Bij KASKO speelde ze tussen 2017 en 2021 mee in o.a. Welstaat, Een Kersentuin, The Art of Walking en Bokser.
Lies Colman is een klassieke pianiste van Vlaamse bodem en voortdurend op zoek naar nieuwe muzikale en artistieke uitdagingen, on en off stage. Met twee masterdiploma’s op zak verkent ze al enkele jaren de verschillende kanten van het pianistenbestaan: als soliste, kamermuzikante, operarepetitor, muziektheatermaakster en ook als dirigent. Ze hoopt dat haar muzikale carrière een nooit-eindigende reis zal blijven, geografisch én artistiek. Sinds 2013 is ze als docente piano verbonden aan het Koninklijke Conservatorium Antwerpen en werd ze daar in 2015 tevens Artistiek coördinator van de Specifieke Lerarenopleiding Muziek. In 2016 is Lies aangesteld als artistiek coordinator bij de Klassieke Muziek afdeling.
Haar fascinatie voor de creatieve mogelijkheden van muziektheater brachten Lies bij KASKO (voorheen Kameroperahuis), waaraan ze tussen 2013 en 2017 verbonden was. Ze arrangeerde o.a. de muziek voor It Takes Four en heeft ze het concept en de muziek van Before I Die ontwikkeld.
Linde Schinkel treedt als klassiek sopraan met een afgeronde masteropleiding veelvuldig op in uiteenlopende concerten. Ze houdt ervan met zingen het verhaal en de emotie van de muziek over te dragen. Naast haar werkzaamheden als solist maakt Linde met VOX Muziektheater eigentijdse muziektheaterprogramma’s. Ze zoekt naar de mogelijkheden om met klassieke muziek een breder en jonger publiek te bereiken. Samen met andere kunstdisciplines is ze op ontdekkingstocht naar nieuwe vormen van muziektheater en muziek.
Tussen 2013 en 2016 was Linde als zangeres en performer betrokken bij KASKO (voorheen Kameroperahuis), o.a. bij It Takes Four en Leonore's Fidelio.
Lucas Wiegerink (Amsterdam, 1985) is een veelzijdig componist die zich laat inspireren door beeldende kunst, literatuur, geschiedenis en wetenschap. In zijn muziek zijn invloeden te horen van oude muziek, jazz en wereldmuziek en regelmatig integreert hij elektronica in zijn werken. Wiegerink heeft een grote liefde voor muziektheater, waarin hij altijd op zoek is naar echte verwevenheid van de verschillende disciplines.
Zijn muziek wordt uitgevoerd op festivals in binnen- en buitenland en door ensembles als het Nieuw Ensemble, het Nederlands Kamerkoor, Ensemble Electra, het Nederlands Studenten Kamerorkest, het Ricciotti Ensemble, Orkest De Ereprijs en The Choir of the Cathedral Church of St John the Divine uit New York City. Ook meesterpianist Severin von Eckardstein voerde werk van hem uit. Voor KASKO (voorheen Kameroperahuis) schreef hij het muziektheaterwerk Being Arthur (2014) en de kameropera Ik Vertrek (2015).
Lucas Wiegerink studeerde compositie aan de conservatoria van Amsterdam (Richard Ayres en Willem Jeths), Den Haag (Martijn Padding en Louis Andriessen) en aan de Manhattan School of Music in New York (Susan Botti). Hij was prijswinnaar op onder meer het Prinses Christina Compositieconcours en het Henriëtte Bosmansconcours en de Volkskrant noemde hem een 'uitgesproken talent'. In seizoen 2014-2015 was hij Young Composer in the Spotlights in Musis Sacrum te Arnhem. Naast zijn activiteiten als componist is Wiegerink dirigent van Muziektheaterkoor De Plaats.
Mart studeerde piano, muziektheater en regie aan ArtEZ Arnhem en de Zürcher Hochschule der Künste, Zürich. Na zijn afstuderen in 2016 was hij t/m 2019 als maker aan KASKO (voorheen Kameroperahuis) verbonden. Zijn traject werkt ondersteund door de Nieuwe Makersregeling van het Fonds Podiumkunsten. Bij KASKO maakte hij de producties Before I Die en Een Kersentuin. Als regieassistent bij De Nationale Opera werkte hij mee aan producties van Robert Wilson en Lotte de Beer. Daarnaast is hij als maker verbonden aan productiehuis De Nieuwe Oost. Sinds zijn uitstromen bij KASKO maakt hij muziektheatervoorstellingen bij o.a. Theater Sonnevanck en Oorkaan. Vanaf 2021 is hij als regisseur verbonden aan het NNT/Club Guy & Roni.
Het werk van Mart is visueel, poëtisch en onbegrensd fantasierijk. Hij graaft dwars door de canon van beeldende kunst, film, klassieke muziek en literatuur en zet inspiratiebronnen naar zijn hand in eigenzinnige en associatieve theatrale collages. Mart gaat daarbij te werk als een componist: met grote precisie en oog voor detail stemt hij beeld, muziek, tekst, licht en beweging op elkaar af. Gefascineerd door ons onderbewustzijn zet hij werelden op het toneel met een volstrekt eigen logica, die soms rechtstreeks uit onze dromen of nachtmerries lijkt te komen.
Mezzosopraan Merlijn Runia (1984) studeerde af aan de Dutch National Opera Academy, waar ze les kreeg van Sasja Hunnego. Daarnaast nam ze deel aan masterclasses van onder meer Doris Soffel, Dennis O'Neill, Raúl Giménez, Margreet Honig, Nadine Secunde en Ira Siff.
Op het gebied van opera vertolkte Merlijn onder meer de rollen van Cherubino (Le nozze di Figaro), Dorabella (Così fan tutte), Orlofsky (Die Fledermaus), Flora (La Traviata) Dido (Dido and Aeneas), Sandmännchen (Hänsel und Gretel), Zinnia (L'Étoile), Philomela (Sisters), Bac (Who's afraid of Orfeo) en Tzippie (Where the Wild Things Are). Merlijn was te zien in het Holland Festival, als Kathy in de wereldpremière van Arnoud Noordegraafs As Big As The Sky.
In muziektheater speelde Merlijn de rollen van Ot (Theater Artemis), Kantorka (Ulrike Quade Company) en Agnes (Domestica Rotterdam). Ze zong onder meer de altsolo's in Bach's Matthäus Passion, Duruflé's Requiem, Rossini's Petite Messe Solennelle, Händel's Messiah, Schuberts Mis in As en de Krönungsmesse van Mozart.
Merlijn werd uitgenodigd om Sequenza III van Luciano Berio uit te voeren tijdens het Berio Festivals in Amsterdam en Rotterdam. Ze zong Tehellim en Desert Music van Steve Reich; ook tourde Merlijn als vocaliste in The Kyteman Orchestra door Nederland en Duitsland.
Merlijn heeft gewerkt met dirigenten als Patrick Fournillier, Antony Hermus, Jonathan Cohen, Etienne Siebens, Bas Wiegers, Martin Sieghart en Clark Rundell, en met regisseurs als Laurent Pelly, Marcel Sijm, Isabel Schröder, Lotte de Beer, Marc Krone, Xander Straat, Robert Herzl en Elsina Jansen. Ook is ze lid van het Coco Collectief en wordt gecoacht door Brian Masuda.
Van 2017 t/m 2021 was Merlijn aan KASKO verbonden, en speelde ze mee in o.a. Niet de klucht van de koe, This is (not) a fairy tale en De Kringlopera.
Mervyn voltooide zijn Master Klassiek Slagwerk aan het Conservatorium van Amsterdam in 2013. Hij volgde een tweede Master aan de HfMDK in Frankfurt am Main, Duitsland, in de richting Moderne Muziek. In september 2017 begon hij een doctorale studie, genaamd Artist Diploma, met zijn project Body Tales aan het CNSMD in Lyon, Frankrijk. Mervyn is lid van het TenToon Ensemble in Nederland en het Ensemble Tempus Konnex in Leipzig, Duitsland. Hij heeft deelgenomen aan een aantal academies, zoals de Ligeti Academy, de Internationale Ensemble Modern Academy en het Atlas Ensemble. Mervyn deed mee in projecten van het ASKO|Schönberg Ensemble, het Ensemble Modern, Slagwerk den Haag en het Orkest van de 18e Eeuw. Hij heeft prijzen gewonnen met zijn ensembles bij het Karlsruher Wettbewerb für Interpretation zeitgenössischer Musik , Duitsland, en de 'On Wings' competitie voor blazers en slagwerkers in Groningen.
Tijdens zijn studie in Amsterdam begon Mervyn met het ontwikkelen van slagwerk installaties. De basis voor deze installaties zijn akoestische slagwerkinstrumenten en objecten die als slagwerk gebruikt kunnen worden, zoals houten blokken, metalen pijpen of snaren. Door middel van composities en eventueel electronica komen deze installaties tot leven.
Voorstellingen rond de installaties hebben gespeeld op festivals in Nederland zoals Oerol, de Parade en het Wilde Oosten. Composities die ervoor geschreven zijn zijn gespeeld tijdens concerten in Nederland, Duitsland, Polen en Frankrijk. In het voorjaar van 2016 was Mervyn met zijn installaties Artist in Residence bij het Bauhaus in Dessau, Duitsland, waar hij drie soloconcerten gaf tijdens het Kurt Weill Fest.
Mervyn was van 2013 t/m 2018 aan KASKO (voorheen Kameroperahuis) verbonden als maker en werkte o.a. mee aan Being Arthur, De Poolse Minnaar en Storm in mijn Hoofd.
Rik Engelgeer is in 2004 afgestudeerd aan de Toneelacademie Maastricht. Sindsdien heeft hij gespeeld bij verscheidene theatergezelschappen als Theatergroep Kwatta, The Lunatics en Stella Den Haag. Hij speelde verschillende rollen voor TV en verleende zijn stem aan animatie. Naast acteur is hij ook werkzaam geweest als regisseur en schrijver bij Kwatta en Stella Den Haag, en speelde hij tien jaar in een band als drummer en zanger. Daarnaast houdt Rik zich bezig met fotografie waar hij scènes fotografeert voor theatergezelschappen en portretten schiet van acteurs en actrices. Bij KASKO (voorheen Kameroperahuis) kreeg Rik de mogelijkheid om naast de functie van acteur ook als docent, regisseur en muzikant de weg te verbreden.
Van 2013 t/m 2017 was Rik verbonden aan KASKO, waar hij meewerkte aan o.a. Romeo & Julia volgens de bode en diverse schoolprojecten.
Robbert Klein studeerde af aan de opleiding Muziektheater van de Codarts, Hogeschool voor de Kunsten te Rotterdam. Tijdens zijn studie liep hij stage bij TG Siberia in de voorstelling Prinses van Tuig en Richel (Winnaar Zilveren Krekel) en speelde hij o.a. in Life and Times II van de New Yorkse theatergroep Nature Theatre of Oklahoma. Robbert is (mede)oprichter van het Muziektheater Collectief CLUB GEWALT. Met dit collectief speelde hij o.a. op De Parade, het Fringe Festival en de Rotterdamse Operadagen. Afgelopen jaar was hij te zien in de voorstelling The Humans van Alexander Singh. Voor deze voorstelling schreef hij tevens de muziek. The Humans was te zien in de Rotterdamse Schouwburg, in BAM New York en Festival D ‘Avignon. Verder was Robbert als performer en songwriter betrokken bij de voorstelling Amsterdammers van Orkater en maakte en speelde hij de korte Beyonce Opera Winterlicous op de winterparade.
Robbert was als performer en muzikant in 2014 en 2015 betrokken bij KASKO (voorheen Kameroperahuis), waar hij meespeelde in o.a. De Poolse Minnaar.
Roel Goedhart (1987) begon op 7-jarige leeftijd met gitaarspelen. Hij behaalde in 2011 zijn bachelor klassiek gitaar aan het Conservatorium van Amsterdam bij Lydia Kennedy. In 2013 volgde hij een master aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag alwaar hij afstudeerde bij Enno Voorhorst. Voortdurend zocht Roel naar verbreding en verdieping. Hij volgde een groot aantal masterclasses, specialiseerde zich in het modern klassieke repertoire en verbreedde zijn spel in de stijlen flamenco, pop en jazz.
Roel speelde als solist, begeleider en maker in diverse voorstellingen, concerten, tv-items en films waaronder de voorstellingen The Addams Family (Tec Entertainment), Bloedbroeders (Rast), de korte dansfilm Le Médaillon (BravaTV) en Canto Ostinato (Canto Collectief).
Bij KASKO heeft Roel zijn veelzijdigheid zoveel mogelijk laten zien en ontwikkeld. Van 2017 t/m 2021 speelde hij mee in o.a. Welstaat, Een Kersentuin, Requiem voor de IJsselcentrale en De Berg van de Angst.
Sara van Gennip schrijft verhalen waarin mensen discussiëren, liefhebben en geloven tegen beter weten in. Af en toe wordt er heel symbolisch een biggetje in geslacht. Na de opleiding tot dramaschrijver aan de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht filosofeerde Sara verder aan de Universiteit van Tilburg. In 2015 werd ze genomineerd voor de Dioraphte Cementprijs, de VPRO Bagagedrager, de Lowlands Schrijfwedstrijd en won zij de Boekenweekwedstrijd. In 2016 is de toneeltekst GODENZOON uitgegeven bij de Nieuwe Toneelbibliotheek en schrijft Sara o.a. voor Festival Cement en Bellevue Lunch. Bij KASKO gaat ze op zoek naar de zintuiglijkheid van taal en de muzikale verbinding tussen actualiteit en oerverhaal. Tussen 2016 en 2021 werkte Sara bij KASKO o.a. mee aan Welstaat, Requiem voor de IJsselcentrale, Orakel en diverse #werkt opdrachten.
Sjoeke-Marije Wallendal behaalde in 2015 haar master regie aan het RITCS in Brussel en studeerde in 2006 af aan ArtEZ docent theater Zwolle. Daarna rondde zij het postgraduaat van Teatro de los Sentidos in Barcelona af, waarmee ze zich verder specialiseerde in zintuiglijk ervaringstheater. Haar voorstellingen zijn vaak belevingen op bijzondere locaties, waarbij de toeschouwer midden in een andere wereld stapt en soms deelnemer wordt. Binnen haar werk zoekt ze manieren om onder de huid van de toeschouwer te kruipen. Sjoeke-Marije vond binnen KASKO (voorheen Kameroperahuis) een kans om zich verder te ontwikkelen samen met talentvolle vakgenoten.
Bij KASKO was ze tussen 2013 en 2017 als regisseur betrokken bij o.a. Bruisende Buren, Why Nobody Should Listen To Mozart en Requiem Fauré.
Stan Verberkt (Deurne, 1987) componeert muziek en ontwerpt klank en techonologie. Van jongs af aan speelt Stan slagwerk en hij studeerde compositie, harmonieleer en zang bij Roland de Kroon. Later studeerde hij ook compositie bij Hans Timmermans en klankontwerp bij Jorrit Tamminga. In 2013 behaalde hij de Master of Music aan de Hogeschool voor de Kunsten te Utrecht en de Master of Arts aan de Open University te Londen.
Zijn muziek is vaak een speels samengaan van akoestische en elektronische klanken, soms uitgecomponeerd, soms ter plekke ontstaan. Stan schrijft met veel plezier voor spannende bezettingen en vrijwel altijd spelen beeldende, klankmatige of theatrale elementen een grote rol in zijn muziek. In zijn werk zoekt hij naar de impact en elegantie van eenvoud.
Bij KASKO (voorheen Kameroperahuis) ontwikkelde hij zich tussen 2016 en 2019 verder als veelzijdig maker door samenwerkingen met en begeleiding van talentvolle mede-makers. Hij werkte o.a. mee aan De Klok en het Meisje, Welstaat en Requiem voor de IJsselcentrale.
Suzanne heeft inmiddels ruim 20 jaar ervaring als spelende theatermaker. Zij maakt eigen werk en speelt in het werk van anderen. Ze is verbonden aan de Theaterstraat: een collectief van onafhankelijk kunstenaars gevestigd in Amsterdam-Noord. Haar speelcarrière ontwikkelde ze bij o.a. DNA, KASKO (voorheen Kameroperahuis) en Golden Palace. Zij behaalde de master Ensemble Based Physical Theatre aan de Dell’Arte International School in Californië. Als maker geeft zij haar grillige, droge humor vorm door gebruik te maken van haar muzikaliteit en fysieke stijlen als clown, masker en mime. Haar huidige werk is vooral gecentreerd rond jeugdtheater. Op dit moment is zij bezig met een onderzoek naar familie, en is zij zich aan het bekwamen in podcasting, om een nieuwe vorm van verhalen vertellen te vinden.
Tim Hammer (1989) studeerde Muziektheater aan de ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten Arnhem (2012). Nadien verdiepte hij zich in het traditionele Bunraku poppenspel in Japan en studeerde performance en zang bij het Roy Hart Theater in Zuid-Frankrijk. Tim is werkzaam als componist, acteur, slagwerker en poppenspeler bij diverse gezelschappen zoals Het Filiaal, Theater Babel en Ulrike Quade Company. Van 2013 t/m 2021 was Tim onderdeel van KASKO. Als performer werkte Tim mee in diverse producties zoals recentelijk Welstaat en Een Kersentuin. In 2017 maakte hij samen met Mirthe Dokter de festivalvoorstelling De Balts over de paringsdans van mens en dier. Deze voorstelling speelde onder andere op Noorderzon, Oerol en Zwarte Cross. In 2021 maakten Tim en Mirthe samen STRIJD.
Ulrike Quade Company en KASKO begeleidden Tim gezamenlijk in zijn ontwikkeling als maker. Deze samenwerking is vormgegeven in een Nieuwe Makers Traject en werd ondersteund door de regeling Subsidie Nieuwe Makers van het Fonds Podiumkunsten. Tim werd als maker gefaciliteerd en ondersteund door productiehuis De Nieuwe Oost.
Vera Selhorst (1992) is een scenograaf die decor, kostuum, beeldende installaties en licht ontwerpt. Haar werk kenmerkt zich door onconventionele vertalingen van tekst, geluid en concepten naar beeld die groot zijn in de uitwerking. Vera studeerde Theatre Design aan de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht. Na haar afstuderen heb heeft ze verschillende projecten gerealiseerd voor onder andere KASKO (voorheen Kameroperahuis) met regisseur Mart van Berckel, Het Van Gogh Museum en Club Gewalt. Deze variatie van projecten daagt mij uit om vanuit verschillende perspectieven te kunnen ontwerpen.
Tussen 2016 en 2019 werkte Vera bij KASKO o.a. mee aan Bake That Awesome Pie, Before I Die, Welstaat en Een Kersentuin.
Warre Simons (1990) studeerde jazz gitaar en daarna klassieke compositie aan het Conservatorium van Amsterdam. Zijn muziek werd onder andere gespeeld bij De Nationale Opera en Muziekgebouw aan 't IJ. Verder maakte hij muziek voor toneelgezelschappen als Toneelgroep Amsterdam, Wunderbaum, NTGent, Wiener Burgtheater , Münchener Kammerspiele, Thalia Theater en Schauspielhaus Bochum. In 2013 maakte Simons zijn regiedebuut bij Theater Bellevue. Sindsdien legt hij zich steeds meer toe op het regisseren en maken van nieuwe voorstellingen. Dit deed hij onder meer bij KASKO (voorheen Kameroperahuis) waar hij van 2015 tot 2019 aan was verbonden. Zijn voorstellingen speelden onder andere op Oerol en Over Het IJ Festival. In de zomer van 2018 maakte hij in Het Grachtenfestival tevens zijn debuut als operaregisseur.
Wessel de Vries (1994) is toneelschrijver en filmscenarist. Als toneelschrijver werkt hij veel in Friesland (Tryater, Meeuw Jonge Theatermakers, Skoft&Skiep), maar ook daar buiten (KASKO, Theater Sonnevanck, Theatergroep De Jonge Honden). Films schrijft hij voornamelijk in opdracht van zijn eigen filmcollectief Natte Haring waarmee hij de films Het Grandioze Falen, en het bekroonde Drie mensen vinden een auto maakte. De teksten die Wessel schrijft worden gekenmerkt door humor en fantasie, en behandelen de meest uiteenlopende onderwerpen. Zo schreef hij o.a. over drie broers die het huis niet meer uitdurven (Schiettent, 2016), zijn favoriete voetbalclub (Het Heilige Hert van Cambuur, 2018) en over campingbewoners die op zoek zijn naar het paradijs (Part time Paradise, 2019). Voor KASKO schreef Wessel tussen 2017 en 2021 de teksten van o.a. De Klok en het Meisje, Requiem voor de IJsselcentrale, Bokser en De Kringlopera.