info@kasko.nl
Delen op facebook
Aanmelden nieuwsbrief

Tweede column ‘Ik Vertrek’

| Kasko speelt tijdens het Stadsfestival (3 tot en met 6 september) de eigentijdse muziektheatervoorstelling op locatie ‘Ik Vertrek’. In vijf columns vertellen enkele cast- en crewleden van ‘Ik Vertrek’ hoe de voorstelling is ontstaan, hoe zij het stuk vanuit hun discipline hebben benaderd en het eindresultaat zien in de context van vandaag de dag.

Componist Lucas Wiegerink zoekt in zijn werk voor muziektheater naar manieren om de verschillende disciplines met elkaar te verweven en elk onmisbaar te laten zijn. Vanaf het allereerste begin in de ontwikkeling van een nieuwe voorstelling werkt Lucas samen met alle betrokken makers. Hij studeerde af aan de conservatoria van Den Haag en Amsterdam en aan de Manhattan School of Music in New York. Op dit moment is Wiegerink ‘Young Composer in the Spotlights’ van Musis Sacrum in Arnhem.

Oneindig veel mogelijkheden?
Vroeg of laat komt de gevreesde dag: de eerste noot van je eerste opera moet op papier worden gezet. Het libretto ligt voor je, de inkt nog nat. Nu is het mijn beurt als componist. Waar begin ik, wat wordt de eerste noot? Ik hak de knoop door: het wordt een G, gespeeld door de fluit. Melodieën, akkoorden en ritmes borrelen op. Welk instrument speelt wanneer? Oneindig veel mogelijkheden, oneindig veel keuzes. Veertien weken voor een uur muziek. Tijdsdruk… twijfel…
In de muziektheatervoorstelling Ik Vertrek ontvluchten een man en een vrouw de consumptiemaatschappij door naar een afgelegen eiland te vertrekken. Ontsnappen aan alle drukte en hectiek van ons bestaan, wie wil dat niet? Maar kunnen we dan ook aan onszelf ontsnappen? Dat is de vraag die we ons in deze voorstelling stellen.
Zelf zou ik op een verlaten eiland gewoon doorgaan met componeren. Ik zou daar gebruiken wat voorhanden is: de menselijke stem, takken, rietstengels, water. Muziek schrijven binnen zo’n kader lijkt me heerlijk. Ik denk hierbij aan de Russische componist Igor Stravinsky, die eens zei dat zijn vrijheid groter en intenser werd naarmate hij zich meer beperkingen oplegde. Een beperking betekende voor hem een kracht. Hij heeft gelijk. De mogelijkheden zijn helemaal niet oneindig. In de loop der jaren heb ik mijzelf als componist toch kaders opgelegd? Er zijn ritmische patronen die telkens weer terugkeren in mijn stukken. Ik heb opvattingen over de spanningsboog van een melodie, over instrumentatie, over samenklanken. Ik lees het libretto voor de zoveelste keer door. De emoties liggen daar al in besloten. De zee aan mogelijkheden in mijn hoofd wordt steeds kleiner en de noten verschijnen een voor een op papier. Vlak voor mijn deadline verander ik de eerste noot van een G in een Es. Ja, dat is toch beter

Deel